This project has received funding from the European Union's 7th Framework Programme for Research, Technological Development and Demonstration under Grant Agreement (GA) N° #607798

Faciliteer gegevensuitwisseling
tussen oplossingen en wissel
gegevens uit tussen oplossingen
en simulatoren
Technisch coördinator
Oplossingsleveranciers

over

waar dit hulpmiddel
voor DIENT

De Common Information Space (CIS) wordt gebruikt om de gegevensuitwisseling tussen oplossingen (d.w.z. softwaretools) op een transparante en betrouwbare manier te faciliteren, om de interne samenwerking binnen en de effectiviteit van crisismanagement bij het gebruik van deze oplossingen te verbeteren. Momenteel gebruikte IT-systemen (d.w.z. verouderde systemen die ook in de baseline aanwezig zijn) kunnen ook op de CIS worden aangesloten, zodat ze gegevens kunnen invoeren in oplossingen (bijvoorbeeld een eerste verzendrapport) of omgekeerd, en zodat ze kunnen worden gevoed met input van een simulator (bijvoorbeeld. gesimuleerde ambulanceposities).

Het aansluiten op de CIS gebeurt met behulp van de huidige normen voor gegevensuitwisseling voor crisisbeheersing, zoals Common Alerting Protocol (CAP)-berichten of Emergency Data Exchange Language (EDXL)-berichten. Dit faciliteert de uitwisseling van begrijpelijke informatie tussen verschillende organisaties, zelfs als ze verschillende gegevensformaten gebruiken (syntactische interoperabiliteit) en verschillende talen en/of taxonomieën (semantische interoperabiliteit). Het belangrijkste voordeel is dat de op de CIS aangesloten systemen niet hoeven worden aangepast aan de gegevensformaten van andere systemen, maar er nog steeds informatie mee kunnen uitwisselen. Als een oplossing of een verouderd systeem dergelijke gegevensuitwisselingsnormen nog niet gebruikt, moeten hun gegevensinput of -output eerst worden omgezet in gemeenschappelijke standaardformaten.

Om de oplossingen en verouderde systemen te koppelen aan simulatoren, kan de CIS via zogenaamde CIS-CSS gateways worden aangesloten op de Common Simulation Space (CSS). Gegevens van de simulatoren worden vertaald naar gegevens die kunnen worden begrepen door de oplossingen die zijn aangesloten op de CIS en verzoeken van de oplossingen kunnen worden teruggestuurd naar de simulatoren. Omdat ze specifieke soorten berichten vertalen, kunnen er meerdere gateways zijn. Deze gateways moeten trialspecifiek worden ontwikkeld, waarbij gemeenschappelijke standaardgegevensformaten die in de CIS worden gebruikt, worden geconverteerd naar gegevensformaten die in de CSS worden gebruikt. De CIS en CIS-CSS gateways hoeven geen eigen visuele gebruikersinterfaces te hebben, omdat ze alleen berichten converteren. Meer informatie over de simulatoren en hoe ze de CIS kunnen voeden, vindt u in de gedetailleerde uitleg van de CSS.  

Configuratie van de CIS en bewaking van de werking ervan wordt uitgevoerd via de admin-tool, die een visuele gebruikersinterface biedt aan het trialpersoneel. Een belangrijk aspect van het ontwikkelde CIS-concept is gegevensbescherming en beveiliging, die noodzakelijk worden geacht om vertrouwen te scheppen tussen de geïntegreerde organisaties en hun systemen. Dit wordt gerealiseerd door een vertrouwd registratieproces voor alle organisaties en een inkapseling van alle via de CIS uitgewisselde berichten. De admin-tool en de beveiliging worden in hun eigen hoofdstuk nader toegelicht.

Technische gegevens
De CIS bestaat uit meerdere Kafka-topics, waardoor gegevenscommunicatiekanalen tussen de aangesloten oplossingen en systemen mogelijk zijn. Elk soort gegevensuitwisseling (en dus soort bericht, bijvoorbeeld CAP of EDXL) moet zijn eigen Kafka-topic hebben, zodat gegevensuitwisseling tussen oplossingen, verouderde systemen en van/naar simulatoren gemakkelijk kan worden beheerd. Het aansluiten van oplossingen en systemen op de CIS gebeurt met behulp van een van de aangeboden adapters, die beschikbaar zijn in de programmeertalen Java, C#, JavaScript/TypeScript/Node.js, Python en als REST-end point. Deze adapters en de technische hulpmiddelen om de trialspecifieke technische opstelling te implementeren en te testen, worden uitgelegd in het hoofstuk over extra ontwikkelaarshulpmiddelen.